De balans opmaken

0

(Foto: Nicole Behnke)

De zomervakantie is voor veel mensen een moment om even de balans op te maken: Ben ik nog wel op de goede weg, qua werk en privé? Ik hielp Nicole Behnke laatst met het schrijven van een blog over dit onderwerp. Met haar bedrijf Hall4 bemiddelt en coacht ze mensen die werkzaam zijn in de inrichting en het beheer van de groene leefomgeving. Ze spoort iedereen aan om goed na te denken over de vraag: “Leef ik om te werken, of werk ik om te leven.” Pas als je echt weet wat je belangrijk vindt, kun je goede carrière-keuzes maken. Ik ben in ieder geval nog steeds blij met mijn keuze om voor mezelf te beginnen.

Voorjaar in de Sint Jansbeek

Eendjes Sint Jansbeek Arnhem

Een tijdje geleden schreef ik een projecttekst voor Poelmans Reesink over de Sint Jansbeek in Arnhem. Sindsdien voelt het ook een beetje als ‘mijn’ beek. Ik woon er om de hoek en loop er regelmatig langs. Het is mooi om te zien hoe vanzelfsprekend de mensen de vernieuwde openbare ruimte gebruiken en hoe het groen en het water steeds meer tot leven komen. Mijn enthousiasme was dan ook groot toen ik deze week een hele eendenfamilie in de beek ontdekte: vader, moeder en maar liefst acht pulletjes. Het prille geluk wekt een grote betrokkenheid op bij voorbijgangers en buren. Een oudere heer telt elke ochtend of het setje nog compleet is en een passant hekelt de vrachtwagens die onvoorzichtig langs de kant voorbij scheuren. Iemand heeft van hout een loopplank gebouwd, zodat de kleintjes makkelijk uit het water kunnen klimmen. Het hele schouwspel laat zien dat natuur in de stad allerlei positieve effecten heeft, niet alleen ecologisch, maar ook sociaal.

Eendjes Sint Jansbeek ArnhemEendjes Sint Jansbeek ArnhemEendjes Sint Jansbeek Arnhem

Het verhaal staat centraal

IMG_20170409_133226
Wat is het verhaal van deze plek?

Het doet me plezier om te zien dat het verhaal van de plek steeds belangrijker wordt bij ruimtelijke visies en plannen. Voordat de schetsrol op tafel komt, wordt er eerst uitgebreid aandacht besteed aan de genius loci, of het DNA van een locatie. Vooral met de invoering van de nieuwe omgevingswet krijgt het verhaal van de plek een prominente plek. Elke gemeente moet immers een omgevingsvisie opstellen, waarin de omgevingskwaliteit wordt vastgesteld. Deze omgevingskwaliteit is een optelsom van alle elementen die het verhaal van de gemeente vertellen. Pas wanneer duidelijk is waar we vandaan komen, kunnen we bepalen waar we heen willen.

Het verhaal van de plek vertellen is één van mijn favoriete bezigheden. Ik vind het heerlijk om de ontstaansgeschiedenis van een plek uit te pluizen. Het is inspirerend en soms zelfs ontroerend om met mensen te praten over hun binding met een bepaalde omgeving. Zo ontdek je dat zelfs de meest onooglijke plek een verhaal heeft. Het liefst loop ik ergens rond om met eigen ogen te zien hoe bewoners de openbare ruimte gebruiken, of hun voortuin inrichten. Het zijn immers vaak kleine dingen die de eigenheid van een plek bepalen. Het zou mooi zijn als die subtiele karakterkenmerken straks ook echt terugkomen in de uitwerking van omgevingsplannen.

Blauwe Kamer

IMG_20180330_153812

Toen ik nog studeerde, fantaseerde ik er wel eens over om voor de Blauwe Kamer te schrijven. Via allerlei omwegen heb ik die ambitie nu waargemaakt: Voor het maartnummer van de Blauwe Kamer beschreef ik projecten van Urbanos, Flux landscape architecture, Diederendirrix en Santenco. Het is een leuke uitdaging om in maximaal 250 woorden de essentie van een plan te vangen: Een oefening in bondigheid.

IMG_20180330_160554

Vakjargon versus lekentaal

IFLA Exhibition NVTL project template

Vorige week schreef ik in opdracht van Communicatiebureau de Lynx een nieuwsitem voor Park Lingezegen. Het park is geselecteerd voor een internationale tentoonstelling over landschapsarchitectuur en dat wilden ze graag op hun website vermelden. Ik ben natuurlijk gewend om over landschapsarchitectuur te schrijven, maar publiekscommunicatie is wel even andere koek. Als je begint over ‘interventies om barrières te overwinnen en samenhang in het landschap te herstellen’ haken de lezers af. Tegelijkertijd moet je je publiek ook weer niet onderschatten. Als je het goed uitlegt, kun je best wat vakjargon gebruiken. De uitdaging was dus om een inhoudelijk stukje te schrijven, op zo’n manier dat iedereen het kan volgen. Oordeel zelf maar of het me gelukt is: “Park Lingezegen in tentoonstelling”

Officieel van start

IMG_20180117_112943

Op woensdag 17 januari 2018 heb ik mij als eenmanszaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Vanaf nu bied ik mijn diensten als zzp-er aan. Het is een grote sprong in het diepe, maar ook een spannend avontuur. Op deze manier kan ik me helemaal richten op wat ik leuk vind en waar ik goed in ben; schrijven over landschap, stad en natuur.

Het begin is er alvast: Uitgeverij Blauwdruk heeft me ingehuurd om teksten te schrijven voor het nieuwe boek van OKRA Landschapsarchitecten. Ook mag ik een kleine bijdrage leveren aan het vakblad Blauwe Kamer. Naar verwachting zit er nog veel meer moois in de pijplijn!

Kerstdecoratie en de identiteit van de stad

Als je het ‘DNA van de stad’ wilt bepalen kun je diepgravend cultuurhistorisch onderzoek uitvoeren of integrale inspiratiesessies organiseren. Je kunt ook naar buiten gaan en gewoon heel goed kijken. Het zijn vaak de kleine dingen die het meeste vertellen over de identiteit van een stad. De kerstperiode is hiervoor uitermate geschikt. Mensen versieren hun omgeving en vertellen daarmee onbedoeld hoe ze in het leven staan. Hier volgt een aantal geheel vrijblijvende observaties:

Kerstversiering1

Introvert/extravert

Als er in een omgeving veel uitbundige kerstversiering hangt, kan je concluderen dat de bewoners hun blik regelmatig naar buiten richten. Ze beschouwen de openbare ruimte als onderdeel van hun woonomgeving. Waarschijnlijk zitten ze bij mooi weer bij hun voordeur en is er veel interactie tussen de buren. In buurten waar zeer weinig kerstdecoratie te zien is, zou het natuurlijk kunnen dat de bewoners een culturele achtergrond hebben waarin geen kerst wordt gevierd. Een andere verklaring kan zijn dat de mensen erg op hun privacy gesteld zijn. Ze hebben geen behoefte om hun festiviteiten met de buitenwereld te delen. Openbare ruimte is voor hen een vacuüm tussen vertrek en bestemming.

Kerstversiering6

Traditioneel/experimenteel

Het ligt voor de hand om te zeggen dat traditionele kerstversiering duidt op een traditionele gemeenschap en meer experimentele versiersels op een jonge dynamische community. Verwarrend hierbij is het feit dat hippe millennials traditionele vormgeving soms ironisch bedoelen. Daarom is het moeilijk om vast te stellen of een knipperend rendier in de voortuin afkomstig is van een authentieke volkswijkbewoner of van een kunstacademiestudent. Kerstversiering met ingetogen kleuren en natuurlijk materiaalgebruik duidt echter vrijwel altijd op een hoogopgeleide bevolking.

Kerstversiering2

Gemeenschap/individu

Sommige gemeenschappen hebben een sterke sociale samenhang. Op andere plekken is individualiteit belangrijker. Ook dit is te herleiden uit de kerstdecoraties. Soms kun je in een bepaalde straat een terugkerend thema in de decoratie herkennen, zoals houten bordjes met Engelse kerstwensen, verticale slingers, of paars-rood-groene knipperlichtjes. Deze buren conformeren zich onbewust aan elkaar. De ultieme exponent hiervan is de gezamenlijke decoratie. Iemand heeft dan het initiatief genomen en de buren overgehaald om ook aan te haken bij het gemeenschappelijk lichtjessnoer. Op deze plekken komt het wel goed met de participatiesamenleving.

Kerstversiering4

Kerstversiering5

Kerstversiering7

Kerstversiering3

Mini-museum de Dollard

In november 2017 vond het Ruimtekoers Festival plaats in een leegstaand kantoor aan de Groningensingel 51 in Arnhem Zuid. Ik dook in de geschiedenis van het pand ‘de Dollard’ en richtte een mini-museum in.

20171119_Ohranezen
Ohra-medewerkers bezoeken het mini-museum in hun voormalige kantoor.

Het verhaal van de plek

Elke plek is bijzonder, elke plek heeft zijn eigen verhaal; zelfs een leegstaand kantoorgebouw in Arnhem-Zuid. Iemand heeft het ontworpen, mensen hebben er gewerkt en misschien zijn er wel spannende dingen gebeurd. Zolang we deze geschiedenis niet kennen, is het gebouw niet veel meer dan een stapel stenen. Veel mensen zullen het zelfs lelijk vinden. Door het verhaal van het kantoor te vertellen, voegen we waarde toe aan het glas en beton. Misschien draagt dat een steentje bij aan een mooie toekomst voor de Dollard.

OHRA 2
De Dollard in aanbouw in 1978

Architectuur

In 1979 wordt een gloednieuw kantoorpand aan de Groningensingel 51 opgeleverd: De Dollard. Het Rotterdamse architectenbureau L. de Jonge, Dorst, Lubeek. De Bruijn, De Groot en partners ontwierp het gebouw. ABC Vastgoed verzorgde het bouwtechnisch advies. De architectuur kenmerkt zich door eenvoud en degelijkheid. Het volume is verdeeld over twee vleugels, die in een hoek van 52˚ ten opzichte van elkaar staan. De vleugels komen samen in een centrale kern met een trappenhuis en ontmoetingsruimtes. Het casco is flexibel, zodat er zowel kamerkantoren als landschapskantoren inpassen. Op de begane grond bevond zich een computerruimte met verdiepte vloer voor alle kabels.

012
Staatssecretaris van Volksgezondheid Els Veder-Smit opent de Dollard op 1 november 1979.

Ohranezen

De Dollard is gebouwd in opdracht van de ‘Onderlinge Ziektekostenverzekeraar ten behoeve van Hogere Rijksambtenaren’ (OHRA). De verzekeringsmaatschappij zat tot die tijd verspreid over verschillende panden in de binnenstad. Het hypermoderne kantoorgebouw werd feestelijk geopend door Staatssecretaris van Volksgezondheid Els Veder-Smit op 1 november 1979. Veel Ohranezen denken met nostalgie terug aan het gebouw aan de Groningensingel 51. Je werk was in die tijd als een tweede familie. De meeste mensen werkten nog hun hele leven voor dezelfde baas. Nieuwe werknemers werden uitgenodigd op de directiekamer. Daar kregen ze koffie, gebak en een sigaar. De directeur lichtte hen in over de geschiedenis van OHRA en mores binnen het bedrijf. Er zijn volgens welingelichte bronnen meer dan 80 liefdes opgebloeid op de werkvloer van De Dollard.

030
Kantoortuin in 1981

Telecom

Na het vertrek van OHRA in 1997 zat er tijdelijk een Marketel Callcenter in De Dollard. In 1999 trok Dutchtone in het gebouw. Er kwam een nieuwe entree en een brandveilig systeemplafond. Het interieur bestond uit beige kantoormeubelen. Mobiele telefonie stond nog in de kinderschoenen en de helpdesk had het erg druk met klachten over het bereik en problemen met de dekking. Wekelijks werd een nieuwe ‘Klacht van de week’ op het prikbord gehangen. Dutchtone is eerst overgenomen door Orange en Orange later weer door T-mobile. In 2010 verhuisde het telecombedrijf naar een pand verderop. Sindsdien staat De Dollard leeg.

kantoor1
Dutchtone medewerker in 2000

Het versteende Hemelrijk

Hemelrijk2

Vanaf mijn dakterras, midden in het centrum van Arnhem, hoor je het servies van koffiehuis het Hemelrijk kletteren. Gasten roezemoezen, een houtduif koert. Het Hemelrijk is een oase van rust in de luwte van de winkelstraten. Ooit was het hier groen, nu kijk ik uit op het dak van een winkelpassage.

Lodovico Guicciardini2
Arnhem in 1565, het Hemelrijk is rood omcirkeld

Het koffiehuis is gevestigd in een voormalige patriciërswoning. ‘Anno 1557’ staat er op de gevel. Die gevel is pas in de achttiende eeuw toegevoegd, maar de kelder, de muren en de kap zijn wel zo oud. In de zestiende eeuw voegde meneer Jan Bongert een aantal kleine middeleeuwse huizen samen tot een riante woning met een aanzienlijke tuin. Niemand weet meer hoe die tuin er precies uit zag, maar in die tijd waren vierkante plantvakken in de mode, omringd door buxushagen. Misschien groeiden er rozen en lelies, bloemen die aan de Heilige Maagd gewijd waren.

Hemelrijk 1930
Het Hemelrijk in 1930 (bron: Gelders Archief)

In de loop der eeuwen woonden er verschillende notabelen in het Hemelrijk, waaronder belastinginners en officieren. Halverwege de negentiende eeuw vestigde de Geldersche Credietvereeniging zich in het pand. Op een foto uit 1930 is een romantische tuin bij het kantoor te zien. Er staat een flinke boom in het gazon, misschien een kers. Rond de stam groeien Lelietjes van Dalen. Een grindpad slingert naar de voordeur.

 

Bakkerstraat luchtfoto 1960 detail
Luchtfoto uit 1960, het Hemelrijk is rood omcirkeld (bron: Gelders Archief)

Niet lang daarna is de binnentuin bebouwd. Een luchtfoto uit 1960 toont een jaren 30 gebouw op de plek van de tuin. De twee schoorstenen van het Hemelrijk piepen er net bovenuit. De boom is verdwenen. Blijkbaar heeft dit stukje binnenstad de bombardementen van de tweede wereldoorlog wel overleefd. Tijdens de vernieuwingsdrift van de jaren 70 zijn een hoop gebouwen rondom het Hemelrijk alsnog gesloopt en vervangen door een winkelpassage met appartementen, mijn appartementje dus. Archeologen vonden tijdens de voorbereidingen van de bouw een charmant madonnabeeldje uit de veertiende eeuw; een vergeten Maria uit het versteende Hemelrijk.

Maria
Veertiende eeuws madonnabeeldje, opgegraven in het Hemelrijk in 1978 (foto: Gerth van Roden)

Ik woon heel prettig in het Hemelrijk, maar de gedateerde winkelpassage loopt al jaren slecht. Er staat op dit moment bijna duizend vierkante meter leeg. Kunnen we die niet gewoon opruimen en er weer een mooie tuin van maken? Dat is goed voor het stadsklimaat, de waterretentie en de biodiversiteit. Het vastgoed dat overblijft zal in waarde toenemen door de groene omgeving en de binnenstadsbewoners krijgen er een parkje bij. Volgens mij is het Hemelrijk toe aan de volgende transformatie, zodat het nog een half millennium mee kan.

De Blauwe Golven

blauwegolf1

Er woedt momenteel een felle discussie over de Blauwe Golven, een kunstwerk van Peter Struyken op het Roermondsplein, onder de Nelson Mandelabrug in Arnhem. Het kunstwerk stamt uit de jaren 70 en bestaat uit een golvend maaiveld, bestraat met blauwe en witte banen van betonklinkers. Het werk refereert aan de Rijn. De gemeente Arnhem wil op deze plek een ‘Creatieve Corridor’ realiseren, een verbinding tussen de Rijn, de binnenstad, Coehoorn (een creatieve broedplaats) en de weg naar Museum Arnhem en ArtEZ (de kunstacademie). Om deze verbinding aantrekkelijker te maken, moeten de Blauwe Golven plaatsmaken voor een park.

Voors en tegens

Tegenstanders van de Creatieve Corridor vinden het barbaars om een belangrijk omgevingskunstwerk van een vooraanstaand kunstenaar te slopen. Voorstanders van de plannen prefereren groen boven verharding. Zij beschouwen de Creatieve Corridor als een verbetering van de leefbaarheid. Het kunstwerk ligt er momenteel groezelig bij door het slechte onderhoud. Bovendien is een vlakte van betonstenen slecht voor het stadsklimaat. Het versterkt verkeersgeluid en verhoogt hittestress. Groen vangt daar en tegen fijnstof af en zorgt ’s zomers voor verkoeling.

Non place

Vreemd genoeg ben ik er nog nooit op de Blauwe Golven geweest. Dat zegt nogal wat, want ik woon al eeuwen in Arnhem en ben een echte wandelaar. De stad is mijn broekzak. Op mijn mentale kaart is de ruimte onder de brug echter een non-place. Ik loop er wel eens langs, op weg naar de Oude Kraan, maar dan zie ik vooral een parkeerplaats. Als ik met de auto de brug op rijd, zie ik het kunstwerk ook niet, omdat ik mijn best aan het doen bent om niet uit de bocht te vliegen. Het werk is eigenlijk alleen goed vanuit de lucht te zien. Dat roept bij mij de vraag op of kunst die je niet kunt zien eigenlijk wel kunst is.

Belevingswaarde

Het is de hoogste tijd om er een kijkje te nemen. Terwijl ik bij het stoplicht wacht om het Nieuweplein over te steken valt vooral het drukke verkeer op. Het Roermondsplein is een onoverzichtelijke kluwen rijbanen. Pas als ik daar doorheen kijk vallen de gekleurde banen van de bestrating aan de overkant op. Maar hoe kom ik daar? Er is geen oversteekplaats voor voetgangers. Ik wacht een rustig moment af en steek over. Schuin tegen de golven op staan auto’s geparkeerd, tussen oranje lijnen die deels zijn afgesleten. Een vrouw betaalt bij de parkeerautomaat, een auto rijdt weg. Verder is er niemand. Auto’s razen voorbij, links rechts en boven je. Een koolmees piept vastberaden boven het lawaai uit. Aan de andere kant van vijf voorsorteerstroken ligt een fontein. Dat weet ik omdat ik dat net ergens gelezen heb, anders had ik het niet gezien. Het is een ronde plak beton waar geen water uit spuit. Daarachter stroomt de Rijn, maar je kan hem niet zien en er ook niet naar toe lopen. In het juiste licht leveren de gekleurde banen, de golven en de brug een mooi lijnenspel op. Als openbare ruimte functioneert het echter niet. Het is vooral een onhandige parkeerplaats die van mij best groen mag worden.