De natuurexclusieve woonwijk bestaat niet

‘Natuurinclusief’ is momenteel erg in de mode. Iedereen heeft het over natuurinclusief bouwen, maar ook tuinen, wijken en de landbouw worden natuurinclusief. Natuurlijk juich ik alle aandacht voor biodiversiteit toe, maar in mijn optiek is het een pleonasme. Bestaat er op deze planeet wel zoiets als natuurexclusief? Hoe ziet een natuurexclusieve woonwijk eruit? Laten we eens een gedachte-experiment doen:

In een natuurexclusieve woonwijk worden de bewoners ’s ochtends niet wakker bij het gefluit van een merel. Er komen geen pimpelmezen op de vetbollen af. Koolwitjes en dagpauwogen landen niet op de vlinderstruik, want die staat er niet. Er groeit namelijk helemaal niets. Alle openbare ruimte is verhard, alle tuinen zijn betegeld. Elk dapper onkruidje dat zich tussen de voegen probeert te vestigen wordt resoluut verdelgd.

In een natuurexclusieve woonwijk wonen geen huisdieren, want Boy en Sheba zijn toch nog wel heel erg nauw verwant aan wolven en lynxen. Eerlijk gezegd wonen er ook helemaal geen mensen, want wij zijn in principe ook niet veel meer dan een biologisch organisme, natuur dus. We ademen, eten en poepen als elk ander dier. Bovendien bestaat ons gestel voor een cruciaal deel uit ontelbare schimmels en bacteriën. Zonder natuur leggen we direct het loodje.

Als je het zo bekijkt kan je een woonwijk alleen natuurexclusief maken als je hem isoleert van de omgeving in een glazen stolp en die vacuum zuigt. Alleen zo kan je voorkomen dat de natuur toch nog stiekem naar binnen sluipt. Zo’n woonwijk zal nooit gebouwd worden, want daar kan niemand ooit geld aan verdienen.

Zo kunnen we concluderen dat elke wijk per definitie natuurinclusief is. En als we dan toch bezig zijn, kunnen we het maar beter meteen goed doen, niet waar? Dus weg met de verharding en wees gul met inheemse beplanting. Maak ruimte voor nesten en holen en maai het gazon niet te strak. Moge alle levende wezens gelukkig zijn!