Ik liep laatst door een nieuwbouwbuurtje in de Bijlmer. Er staan grote eengezinswoningen, meerendeels koop. Terwijl net buiten het buurtje een haveloze man door het grofvuil snuffelt, parkeert een bewoner zijn Mercedes op zijn oprit. Met vraagprijzen vanaf €275.000,- is dit een welvarende enclave tussen de restanten van de honingraatflats.
Op het eerste gezicht is de nieuwbouw monotoon en anoniem. Als je beter kijkt zie je de sporen van menselijke bewoning. Het valt op dat vrijwel alle gordijnen dicht zijn. De bewoners hechten blijkbaar aan hun privacy. Tegelijkertijd laten de bewoners wel zien wie ze zijn: een Arabische tekst, een Amsterdamse deurmat, of een reliëf van Ganesha maken de uniforme gevels persoonlijk:
Hoewel het regent, zie ik verschillende mensen buiten bij hun voordeur een sigaret roken. Het afdakje boven de deur bewijst zijn nut. Sommige bewoners hebben een zitje voor hun huis geïnstalleerd. Ik spot twee bakfietsen en een paar pantoffels voor de deur.
Er is een interessant spanningsveld tussen privacy en identiteit. Heb je wel grote ramen nodig als iedereen de gordijnen dicht houdt? Waarom zien alle huizen er van buiten het zelfde uit als de bewoners zo verschillend zijn? Zit iedereen op zijn stoepje tijdens een warme zomeravond?