Groeten uit de binnenstad

Bakkerstraat
Kerstmarkt in de Bakkerstraat

Ik woon in het winkelapparaat. Daar heb ik gemengde gevoelens over. Aan de ene kant is het altijd gezellig en afwisselend. Logistiek is het ook erg handig. Aan de andere kant is het soms vervreemdend, alsof je in een decor woont, of in een pretpark. Vooral rond de feestdagen valt het hedonisme van onze consumptiemaatschappij extra goed op.

Winkelstraatpiraat
Als ik mijn voordeur uitstap, voeg ik mij in de stroom slenterende consumenten. Ik heb wel een fiets in de kelderbox staan, maar die gebruik ik zelden. Ik ben een voetganger, een winkelstraatpiraat. Ik hou me niet aan de gemiddelde snelheid, slalom om kinderwagens heen en haal rechts in. Binnen vijf minuten loop ik naar de markt, het filmhuis, of de bibliotheek. Binnen tien minuten sta ik op het station, of midden in het mooiste stadspark van Nederland. Alles wat ik nodig heb, en nog ontelbaar veel meer, is binnen handbereik.

Anoniem
In het centrum van Arnhem wonen 5.770 mensen. De meesten kennen elkaar niet. Door de grote stroom voorbijgangers blijven gezichten niet hangen. De winkelier van beneden kijkt mij glazig aan als ik hem groet. We hebben wel een facebookgroep voor ons appartementencomplex. Daarop mopperen we over het gebrekkige onderhoud van het gebouw en vragen we of iemand een ladder te leen heeft. Een buurtborrel is wel eens gesuggereerd, maar nooit van de grond gekomen. Ik voel me meer verbonden met de paradijsvogels die ik op straat tegenkom; de accordeonspeler met de gleufhoed, de dakloze die ansichtkaarten verkoopt, de transgender bij het koffiehuis. De anonimiteit van de binnenstad geeft iedereen de ruimte.

Dagritme
Als je er zo middenin woont, zie je pas echt hoe gulzig het winkelapparaat is. Elke dag wordt er een duizelingwekkende hoeveelheid spullen doorheen gedraaid. Het begint ’s ochtends met de schoonmaakploeg. Bladblazers en veegwagens ruimen alles op wat de consumenten uit hun handen en monden laten vallen; propjes, peuken, kauwgum. Tussen 7:00 en 11:00 is de venstertijd. Dat betekent dat de vrachtwagens naar binnen mogen. Ze wurmen zich ronkend en piepend door de smalle straten langs elkaar heen, openen hun klep en laden hun spullen uit. Koukleumende winkelmedewerkers wachten ze op. Tegen het eind van de ochtend beginnen de straten vol te lopen met consumenten. De meesten zijn vrolijk en ontspannen, ze zijn een dagje uit. Ze roken een sigaret of eten een halve worst, terwijl aan hun andere pols een groeiende tros papieren tassen bungelt. Voldaan en verzadigd keren ze in de loop van de middag terug naar station of parkeergarage. ’s Avonds komen de vuilniswagens. Het afval ligt klaar in manshoge bergen. Dinsdag is plasticdag, woensdag papierdag, donderdag restafvaldag. Dit ritme herhaalt zich elke dag.

Kerstmoraal
Op zaterdagochtend word ik gewekt door het carillon dat kerstliedjes speelt; All I want for Christmas en Gloria in Excelsis Deo. Vergeef mij dit moralisme, maar het kerst, dus het mag een keertje. Hebben we al die spullen wel echt nodig? De gemiddelde Nederlander koopt bijvoorbeeld elk jaar 46 kledingstukken en gooit er 40 weg. Dat terwijl 8.000 liter water nodig is om een kilo katoen te produceren en de arbeiders een rotleven hebben. Ik wil natuurlijk niemand een leuk dagje winkelen ontzeggen, maar ik zou zo graag willen dat het wat bewuster kon. Zoals Loesje het zo mooi zei: “Koopkracht is de kracht om te laten liggen wat je niet nodig hebt.” Fijne feestdagen allemaal!

Sciencefiction als ontwerpmiddel

scifi2

Hoe ziet onze leefomgeving eruit in 2060? Deze vraag staat centraal bij het project ‘Regio van de Toekomst’. Acht teams van ontwerpers en onderzoekers buigen zich over verschillende regio’s om een bijdrage te leveren aan de Nationale Omgevingsvisie. Ik mag als schrijver meedenken over de toekomst van de regio Arnhem-Nijmegen-FoodValley.

Concreet toekomstbeeld
Ruimtelijke toekomstvisies hebben vaak een abstract karakter. Het zijn kaarten op een hoog schaalniveau met vlekken en pijlen, die aangeven waar de verschillende ruimteclaims kunnen worden ingepast. Als schrijver wil ik mij verdiepen in de sciencefiction van de ruimtelijke toekomst. Hoe ziet het dagelijks leven er in deze regio over ruim 40 jaar uit? Hoe wonen we? Hoe ziet een werkdag eruit? Wat valt er te beleven in de natuur en bij het water?

Jaren ‘70
Er kan veel veranderen in 40 jaar tijd. In de jaren ’70 had niemand nog een computer in huis. Als je iets wilde regelen moest je naar een winkel of een kantoor. Mobiele telefoons bestonden nog niet. Als je de weg kwijt was, moest je die vragen. Binnensteden waren vervallen en onpopulair. De gemeente Amsterdam vroeg zich serieus af of ze de Pijp en de Jordaan niet beter konden slopen. Alle bloemkoolwijken en Vinexwijken moesten nog gebouwd worden.

Utopie
Wat verandert er allemaal in de komende decennia? Helaas hebben we geen glazen bol. Het mooie van dit project is dat we onze eigen utopie mogen schetsen. We gaan er dus vanuit dat Nederland welvarend blijft en dat er geen dictator aan de macht komt. We gaan er vanuit dat we een duurzame weg kiezen, waarin ecologie en techniek elkaar versterken. We gaan er vooral vanuit dat de kwaliteit van onze leefomgeving het aller belangrijkste is. Laten we er eens iets moois van maken.

Verduurzaming? Gewoon aan beginnen.

Auke Kuipers_Woonpalet, zomer 2018
Auke Kuipers van Woonpalet werkt aan verduurzaming

Terwijl onze wereldleiders nog bakkeleien over klimaatdoelstellingen, gebeurt er op lokaal niveau al van alles. Voor de Natuur en milieufederatie Flevoland interviewde ik een aantal plaatselijke professionals over duurzaam wonen in de polder. Hoewel hun persoonlijke motivaties verschillen, zijn ze het over één ding eens: we moeten gewoon aan de slag met verduurzaming.

Niet doorschuiven
Gemeente Almere bereidt zich voor op een pilotproject waarbij 150 woningen in Almere Haven overstappen van gas op het warmtenet. Projectmanager duurzame energie Anne Marie van Osch laat zich in haar missie inspireren door de wetenschapper Jared Diamond: “In zijn boek Zwaarden, paarden en ziektekiemen beschrijft hij hoe de bewoners van Paaseiland ten onder gingen omdat ze de natuurlijke hulpbronnen op hun eiland hadden uitgeput. Diamond vraagt zich af; ‘Wat dacht de Paaseilander die de laatste boom omhakte? Dacht hij soms dat ze later wel een oplossing zouden vinden?’ We moeten onze problemen niet doorschuiven naar volgende generaties. Daarom is het belangrijk om nu aan de slag te gaan met de verduurzaming van onze stad.”

Lagere energielasten
Woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten is al een tijdje bezig met het verduurzamen van bestaande woningen. Marco Kersing, manager projecten, doet het vooral voor de bewoners: “Milieu is natuurlijk ontzettend belangrijk, maar voor veel van onze huurders is het een ver van mijn bed show. Zij kampen met heel andere problemen. Ik voel grote betrokkenheid bij mensen die het financieel wat minder hebben. Daarom vind ik het mooi om juist voor hen een lastenverlichting te realiseren, bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen. OFW vindt een juiste prijs-kwaliteit verhouding belangrijk: woningen moeten er goed bij staan, maar wel betaalbaar blijven.”

Morele verplichting
Woonpalet in Zeewolde is op dit moment bezig met een pilot waarbij twee sociale huurwoningen helemaal van het gas afgehaald worden. Projectleider vastgoed Auke Kuipers voelt een morele verplichting om de woningvoorraad aardgasvrij te maken: “We zijn het de Groningers verplicht. We hebben met zijn allen jaren geprofiteerd van het Groningse gas, maar zij zitten daar nu met de gevolgen opgescheept. Ik ben laatst langs geweest bij een woningcorporatie in Groningen. Als je dan met eigen ogen ziet voor welke problemen ze staan, dan grijpt mij dat aan. We moeten hier echt mee aan de slag. Niet alleen voor de Groningers, maar voor de hele aarde. Ik vind dat wij daar als woningcorporatie een voorbeeldfunctie in hebben.”

Het verschil maken
Of ze het nou doen voor de bewoners, de Groningers, of generaties die na ons komen, het resultaat is hetzelfde: wonen wordt duurzamer. We hoeven niet te wachten op het moment dat de hoge dames en heren het met elkaar eens zijn over hoe en wat er moet gebeuren. Als we alle lokale initiatieven bij elkaar optellen, komen we tot een significante beweging. Het laat zien dat een individu wel degelijk het verschil kan maken.

De balans opmaken

0

(Foto: Nicole Behnke)

De zomervakantie is voor veel mensen een moment om even de balans op te maken: Ben ik nog wel op de goede weg, qua werk en privé? Ik hielp Nicole Behnke laatst met het schrijven van een blog over dit onderwerp. Met haar bedrijf Hall4 bemiddelt en coacht ze mensen die werkzaam zijn in de inrichting en het beheer van de groene leefomgeving. Ze spoort iedereen aan om goed na te denken over de vraag: “Leef ik om te werken, of werk ik om te leven.” Pas als je echt weet wat je belangrijk vindt, kun je goede carrière-keuzes maken. Ik ben in ieder geval nog steeds blij met mijn keuze om voor mezelf te beginnen.

Voorjaar in de Sint Jansbeek

Eendjes Sint Jansbeek Arnhem

Een tijdje geleden schreef ik een projecttekst voor Poelmans Reesink over de Sint Jansbeek in Arnhem. Sindsdien voelt het ook een beetje als ‘mijn’ beek. Ik woon er om de hoek en loop er regelmatig langs. Het is mooi om te zien hoe vanzelfsprekend de mensen de vernieuwde openbare ruimte gebruiken en hoe het groen en het water steeds meer tot leven komen. Mijn enthousiasme was dan ook groot toen ik deze week een hele eendenfamilie in de beek ontdekte: vader, moeder en maar liefst acht pulletjes. Het prille geluk wekt een grote betrokkenheid op bij voorbijgangers en buren. Een oudere heer telt elke ochtend of het setje nog compleet is en een passant hekelt de vrachtwagens die onvoorzichtig langs de kant voorbij scheuren. Iemand heeft van hout een loopplank gebouwd, zodat de kleintjes makkelijk uit het water kunnen klimmen. Het hele schouwspel laat zien dat natuur in de stad allerlei positieve effecten heeft, niet alleen ecologisch, maar ook sociaal.

Eendjes Sint Jansbeek ArnhemEendjes Sint Jansbeek ArnhemEendjes Sint Jansbeek Arnhem

Het verhaal staat centraal

IMG_20170409_133226
Wat is het verhaal van deze plek?

Het doet me plezier om te zien dat het verhaal van de plek steeds belangrijker wordt bij ruimtelijke visies en plannen. Voordat de schetsrol op tafel komt, wordt er eerst uitgebreid aandacht besteed aan de genius loci, of het DNA van een locatie. Vooral met de invoering van de nieuwe omgevingswet krijgt het verhaal van de plek een prominente plek. Elke gemeente moet immers een omgevingsvisie opstellen, waarin de omgevingskwaliteit wordt vastgesteld. Deze omgevingskwaliteit is een optelsom van alle elementen die het verhaal van de gemeente vertellen. Pas wanneer duidelijk is waar we vandaan komen, kunnen we bepalen waar we heen willen.

Het verhaal van de plek vertellen is één van mijn favoriete bezigheden. Ik vind het heerlijk om de ontstaansgeschiedenis van een plek uit te pluizen. Het is inspirerend en soms zelfs ontroerend om met mensen te praten over hun binding met een bepaalde omgeving. Zo ontdek je dat zelfs de meest onooglijke plek een verhaal heeft. Het liefst loop ik ergens rond om met eigen ogen te zien hoe bewoners de openbare ruimte gebruiken, of hun voortuin inrichten. Het zijn immers vaak kleine dingen die de eigenheid van een plek bepalen. Het zou mooi zijn als die subtiele karakterkenmerken straks ook echt terugkomen in de uitwerking van omgevingsplannen.

Blauwe Kamer

IMG_20180330_153812

Toen ik nog studeerde, fantaseerde ik er wel eens over om voor de Blauwe Kamer te schrijven. Via allerlei omwegen heb ik die ambitie nu waargemaakt: Voor het maartnummer van de Blauwe Kamer beschreef ik projecten van Urbanos, Flux landscape architecture, Diederendirrix en Santenco. Het is een leuke uitdaging om in maximaal 250 woorden de essentie van een plan te vangen: Een oefening in bondigheid.

IMG_20180330_160554

Vakjargon versus lekentaal

IFLA Exhibition NVTL project template

Vorige week schreef ik in opdracht van Communicatiebureau de Lynx een nieuwsitem voor Park Lingezegen. Het park is geselecteerd voor een internationale tentoonstelling over landschapsarchitectuur en dat wilden ze graag op hun website vermelden. Ik ben natuurlijk gewend om over landschapsarchitectuur te schrijven, maar publiekscommunicatie is wel even andere koek. Als je begint over ‘interventies om barrières te overwinnen en samenhang in het landschap te herstellen’ haken de lezers af. Tegelijkertijd moet je je publiek ook weer niet onderschatten. Als je het goed uitlegt, kun je best wat vakjargon gebruiken. De uitdaging was dus om een inhoudelijk stukje te schrijven, op zo’n manier dat iedereen het kan volgen. Oordeel zelf maar of het me gelukt is: “Park Lingezegen in tentoonstelling”

Officieel van start

IMG_20180117_112943

Op woensdag 17 januari 2018 heb ik mij als eenmanszaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Vanaf nu bied ik mijn diensten als zzp-er aan. Het is een grote sprong in het diepe, maar ook een spannend avontuur. Op deze manier kan ik me helemaal richten op wat ik leuk vind en waar ik goed in ben; schrijven over landschap, stad en natuur.

Het begin is er alvast: Uitgeverij Blauwdruk heeft me ingehuurd om teksten te schrijven voor het nieuwe boek van OKRA Landschapsarchitecten. Ook mag ik een kleine bijdrage leveren aan het vakblad Blauwe Kamer. Naar verwachting zit er nog veel meer moois in de pijplijn!