Als je met je kaplaarzen en je verrekijker door de Ooijpolder struint, loop je tegenwoordig de kans om een wasbeer tegen te komen. Het Noord Amerikaanse roofdiertje is waarschijnlijk overgekomen uit Duitsland, waar al langer flinke kolonies in het wild leven. De wasbeer is de nieuwste aanwinst van bijzondere soorten die te vinden zijn langs de Rijn, ten oosten van Nijmegen: Bever, Kwartelkoning en Zwarte Stern gingen hem voor. Hoewel de ruige riviernatuur er uitziet alsof het er altijd al zo heeft bij gelegen, is het gebied in de afgelopen 20 jaar grotendeels door mensen vormgegeven.
De nieuwe natuur vormt een prachtige setting voor dagjesmensen die even willen bijkomen van hun drukke leven in de stad. Midden in het gebied ligt de Millinger theetuin. Dat is een geliefde bestemming voor hippe gezinnen uit Nijmegen, hij met modieuze baard, zij met King Louie bloemetjesjurk, drie kleine kleutertjes voorin de bakfiets. Onderweg komen zij ondernemende senioren tegen met kleurrijke windjacks en degelijke toerfietsen, soms met elektrische hulpmotor. Zij komen uitwaaien op de dijken vol boterbloemen, langs oude boerderijen en weilanden met schapen en appelbomen. De Rijn stroomt kalm richting Nijmegen, de pannenkoekenboot vaart traag voorbij.
Twee jaar geleden verbleef ik een tijdje in Millingen aan de Rijn. Daar leerde ik een andere kant van de rivier kennen. Voor de Millingers is de Rijn geen lieflijk decor, maar een oerkracht die geeft en die neemt. Vroeger werkte iedereen uit het dorp op de scheepswerf, of op de steenfabriek aan de overkant. Veel dorpelingen waren langere tijd van huis om te varen. “Ga maar vast even op de dijk staan kijken of je vader er al aan komt,” zei een vrouw altijd tegen haar zoon als hij haar in de weg liep. Sommige scheepslui kwamen thuis met een exotische aanwinst. Er wonen in het kleine dorpje daardoor opvallend veel Zwitserse dames. “Ach, hoe komt een vrouw ergens terecht, de liefde he…” Maar het water heeft vaak verraderlijke onderstromingen, waardoor de rivier ook meedogenloos kan zijn. Een dame laat haar twee teckels uit op het rivierstrandje bij het bunkerschip. “Ik hou mijn hondjes wel bij het water vandaan, want de stroming is verraderlijk. Ik ken een familie waarvan kort na elkaar twee zoontjes zijn verdronken.” Overmoedige jongens die naar de overkant willen zwemmen, een depressieve vrouw: “Ze zag haar zo het water inlopen. Ze heeft nog geroepen, maar ze was zo verward, die hoorde niets meer.”
In Januari 1995 is het hele rivierengebied geëvacueerd. Het water in de rivieren stond extreem hoog en de dijken dreigden het te begeven. Ook de inwoners van Millingen moesten hals over kop hun biezen pakken. Boeren brachten hun vee in veiligheid. Huis en haard werd achter gelaten. Gelukkig hielden de dijken het uiteindelijk wel en bleef een grote verwoesting uit. Sindsdien zijn er ingrijpende maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Dijken zijn verhoogd en verzwaard en de rivieren hebben extra ruimte gekregen voor hun overtollige water. Deze operatie, Ruimte voor de Rivier, gaat gepaard met natuurontwikkeling. Door het verlagen van de uiterwaarden en het graven van poelen en nevengeulen ontstaan rietlanden, drassige graslanden en broekbossen. Het resultaat is niet alleen meer veiligheid voor de bewoners van het gebied, maar ook een mooi decor voor recreërende stedelingen en een geschikt biotoop voor bevers, Zwarte Sterns en sinds kort dus ook de wasbeer.